Inspelen op noden en grenzen stellen
Dat een veilige hechting heel belangrijk is in de ontwikkeling van kinderen tot zelfstandige en veerkrachtige individuen, beseffen we allemaal. Dat verbinding daarbij de belangrijkste tool is, o.a. door borstvoeding te geven, te dragen, samen te slapen … zijn we ondertussen van overtuigd. Toch krijg ik nog vaak de vraag van ouders hoe grenzen te stellen en ongewenst gedrag te vermijden als we onze kinderen altijd alleen maar lijken te geven wat ze willen.
Inspelen op noden
Borstvoeding, dragen, samen slapen, … doe je natuurlijk omdat jewil inspelen op de noden van je baby. Als baby’s ouder worden willen ze graag gaan exploreren. Ze leren rollen, sluipen, kruipen, lopen, …
en willen de omgeving verkennen. Ook loslaten op het tempo van het kind hoort bij natuurlijk ouderschap. Door er gewoon te zijn voor je kindje en te luisteren naar de behoeften, help je het om zelfstandig te worden en te leren vertrouwen op zichzelf en de omgeving. Hoe veiliger de hechting is, hoe beter dit zal lukken en hoe meer veerkracht en zelfvertrouwen je kindje later zal vertonen.
Daar hebben de criticasters een punt: je geeft je baby dus inderdaad alles wat het wil, vooral omdat zijn noden echt ook nog van levensbelang zijn (voeding bijvoorbeeld, maar ook aangeraakt worden!) en de baby daarvoor nog volledig afhankelijk is van zijn primaire verzorgers . Niet abnormaal dus! Naarmate een baby ouder wordt zal hij steeds minder afhankelijk van je zijn en zullen de momenten dat je even je handen vrij hebt steeds toenemen. Hoe meer je er bent voor je kind als hij of zij ernaar vraagt, hoe beter je kind ook zichzelf zal kunnen behelpen en hoe minder hij aan je zal ‘plakken’, net omdat hij weet dat je er bent als hij je nodig heeft, zonder dat hij zich letterlijk aan je moet vast klampen. Op lange termijn zorgt snel inspelen op de behoeften van je baby dus voor meer rust en zelfstandigheid dan wanneer je je kindje te vaak aan zijn of haar lot over laat. En laat dit nu net het gedrag zijn wat veel ouders als ‘gewenst’ zouden omschrijven!
Als we het over noden hebben, gaat het niet enkel over die van je baby. Luister op tijd en stond naar wat je eigen lichaam je vertelt en probeer zo goed mogelijk voor jezelf te zorgen. Het is goed mogelijk om rekeninghoudend met de behoeften van je baby, ook aan je eigen noden tegemoet te komen.
Gevoelens erkennen en benoemen
Al van in het begin speelt taal een belangrijke rol in het leven van een baby. Ook al verstaat zo’n kleine uk nog niets van wat je zegt, de manier waarop je praat, de intonatie en de zinsbouw zorgen ervoor dat je baby snel bepaalde patronen herkent en dus wel begrijpt wat je zegt. Zo is het belangrijk om van in het begin gevoelens te herkennen, erkennen en benoemen.
Als kinderen de wereld gaan verkennen, zullen ze dus ook (jouw) grenzen tegenkomen, en moeilijke emoties gaan beleven. Het benoemen van deze lastige emoties, helpt hen om hiermee om te leren gaan.
Ik weet dat je graag met de afstandsbediening zou spelen maar ik vind dat geen speelgoed. Ik heb ze weggelegd, en dat maakt je verdrietig he?
Je kan dan zelf aangeven wat bijvoorbeeld wèl kan – bijvoorbeeld spelen met een oude telefoon
Ik zie dat je boos bent. Jij mag boos zijn, mama is ook al eens boos.
Als je kindje al wat ouder is, kan je hulp aanbieden door vragen te stellen als “wil je even bij mama zitten?”, “kan ik je helpen om minder boos te zijn?”. Je kan daarbij ook aangeven hoe je je als mama zelf voelt in een bepaalde situatie.
Je bent boos omdat je niet op de muur mag tekenen. Ik vind dat niet leukdat je op de muur tekent en wordt daar zelfs een beetje verdrietig van. Ik wil niet dat je nog op de muur tekent. Er zijn papieren en kleurboeken die je kan gebruiken om te tekenen. Zullen we samen de muur afwassen?
Een kind is ook een mens met eigenwaarde en verdient dus
met respect behandeld te worden. Daarom laat je hem in zijn gevoel wanneer hij een grens tegenkomt, of dat nu blij is, boos, verdrietig, … maar help je hem wel de dingen te verwoorden. Zo leert hij deze zelf uiten, reguleren, kanaliseren en een plaats geven en kan, als kers op de taart (daardoor) ook zelf tot oplossingen komen!
Gewenst gedrag en grenzen stellen
Naast er zijn voor je kind, heb je als ouder de taak om een goede leider te zijn en dus duidelijke grenzen te stellen. Hoe meer je in speelt op de noden, hoe minder je kindje behoefte zal hebben om in het extreme grenzen af te tasten. Als je baby nog klein is kan je inspelen op bepaalde situaties, zoals bijvoorbeeld het wegleggen van dingen waar hij nog niet verantwoord mee kan omgaan. Als hij interesse krijgt voor planten en met de potgrond begint te spelen, kan je die tijdelijk wat hoger plaatsen zodat hij er niet meer aan kan. Van zodra je kindje wat ouder is en er vanzelf er wel bewust en verantwoord mee om kan, kan je ze terug op hun oorspronkelijke plaats zetten. Er is niks mis mee om hier een grens in aan te geven – ik wil niet dat heel mijn huis vol potgrond ligt – een mooi voorbeeld van ‘jouw nood’ aan een ietwat propere vloer, die je dus ook serieus mag nemen.
Een andere aanvullende manier om om te gaan met gedrag dat je zelf niet zo leuk vindt, is een alternatief aanbieden:
Ik merk dat jij het leuk vindt om de kasten open te doen, maar ik vind dat niet zo leuk want niet alles wat erin zit is speelgoed. Ik heb hier een speciale kast gemaakt met spulletjes waar je wel mee kan spelen. De andere kasten zijn van mama.
Je erkent de behoefte van je kindje (kasten opendoen en uitladen, ontdekken dus), en laat hem die behoefte vervullen op een manier die binnen jouw grenzen ligt. In het potgrond-voorbeeld kan je met je kindje naar de zandbak trekken, om tegemoet te komen aan zijn behoefte om met zijn handen in de grond te zitten.
Door op een open manier met je kindje om te gaan en alle gevoelens toe te laten – ook bij jezelf – kan je ook heel duidelijk aangeven wat je van je kindje verwacht en wat je al dan niet leuk vindt dat hij of zij doet. Door voor te leven en het goede voorbeeld te geven – en dus zelf ook niet te doen wat je kindje niet mag– zal een kind automatisch dat gedrag overnemen en ook stellen in de juiste situatie. Als je zelf bijvoorbeeld makkelijk dingen afpakt van je kind, zal je kindje dit bij anderen ook doen. Of als je zelf tussendoor snoepjes uit de kast neemt, wil je kindje dit vanzelfsprekend ook en zal het niet altijd begrijpen waarom jij dat wel mag en hij niet.
Uiteraard mag je als ouder ingrijpen als je kind iets doet wat niet kan, zoals anderen pijn doen, met de straat willen oplopen enz, … Je staat immers ook in voor de veiligheid van jezelf, je kind en eventueel ook van de anderen errond. Dit kan je door het gedrag onmiddellijk te stoppen en het kind uit de situatie te halen.
Bijvoorbeeld: je kind zwaait met een stuk speelgoed en raakt daarbij per ongeluk zijn kleinere broer of zus. Het eerste wat je in een reflex zal doen is zorgen dat je kind het slachtoffer niet meer kan raken. Daarna troost je broer of zus. De kans is groot dat je kind geschrokken is, en nu ook verdrietig of boos is. Benoem dit dan ook. Leg daarna uit waarom je ben tussen gekomen. Maak duidelijke afspraken over het verder spelen met dat stuk speelgoed. En laat je kindje mee bedenken hoe hij de veiligheid van zijn broer of zus kan garanderen door te vragen “wat ga je doen zodat je hem of haar niet meer pijn kan doen?”.
Wat je eigenlijk telkens doet is het gedrag van je kind gaan begrenzen of afkeuren, niet je kind zelf met zijn behoeften en zijn emoties. Je stelt een grens, maar erkent zijn gevoel daarbij oa door dit gevoel voor hem te verwoorden. Je gaat op zoek naar de behoefte die je kind heeft, waardoor hij dit gedrag stelt. Aan die behoefte mag en kan altijd tegemoet gekomen worden – maar dus binnen bepaalde grenzen. Omdat jullie in verbinding blijven, je je kind helpt met zijn emoties en hij voelt dat er oor is voor zijn noden, gaat hij als vanzelf ook makkelijker rekening houden met jouw noden en grenzen als mama. Op die manier leer je kinderen op een zachte en natuurlijke manier met hun emoties en behoeften om te gaan en gedrag te stellen dat aangepast is aan de situatie en jouw verwachtingen. Succes!
Kathleen Leemans
Dit artikel staat ook op www.volleven.be
Kathleen Leemans (31) is klinisch psychologe en full-time werkende mama van 2 dochters Nora (5 jaar) en Annabel (9 maanden). Gepassioneerd door wetenschappelijk onderzoek, ballet en haar gezin. Volop zoekende naar een weg in het ouderschapslandschap, kwam ze bij natuurlijk ouderschap terecht. Haar grootste inspiratiebron zijn haar dochters, van wie ze heel veel leert over zichzelf maar ook over de wereld en de verwondering van elke dag.