Hoe doe je dat, dat hechtingsgerichte ouderschap verderzetten na de babytijd, als draagdoeken en borstvoeding langzaamaan uit beeld verdwijnen?
Thema: Natuurlijk ouderschap na babytijd

Hoe doe je dat, dat hechtingsgerichte ouderschap verderzetten na de babytijd, als draagdoeken en borstvoeding langzaamaan uit beeld verdwijnen?

Het conflict

Ik hoor geregeld hoe natuurlijk ouders na de babytijd met zichzelf in conflict komen: ze weten dat de behoeften van hun kindje belangrijk zijn – toen ze baby waren kwamen die zelfs op de eerste plaats – maar ze merken een verschuiving nu hun baby een peuter is geworden. Ten eerste voelen ze dat ze terug meer ruimte willen geven aan hun eigen behoeften (“Oei, mag dat wel als goeie moeder?”). En ten tweede merken ze dat er ‘grenzen’ aan het gedrag van hun peuter nodig blijken, grenzen die wij als ouder opleggen. Grenzen voor hun gezondheid (“Ik wil dat je wèl een jas aandoet, het is koud buiten.”) of veiligheid (“Je moet nu echt een handje geven langs deze drukke straat.”), grenzen omdat onze eigen behoefte in conflict komt

IMG_2275
met de hunne (“Nee, mama wil nu eerst even haar thee opdrinken, ik kom je dadelijk weer duwen op de schommel.”). Grenzen aan bepaald gedrag (een ander kindje pijn doen), grenzen om… waarom eigenlijk? Omdat het zo moet?

We voelen het wringen, want we erkennen ook onze peuters hun behoeften aan autonomie (zèlf kiezen), hun ontdekkingsdrang, hun nood aan samen met ons dingen doen of hun drang om zich te uiten bijvoorbeeld. Misbruiken we onze macht nu niet? Leggen we onze wil niet op voor ons eigen gemak?

Het is, zoals in alles, zoeken naar een evenwicht.

Kinderen heel strak opvoeden en aan vanalle regels onderwerpen, kan kinderen beknotten, kan het contact met hun eigen emoties verbreken en maakt van hen volgzame volwassenen die niet zelf kunnen nadenken, geen intiatief durven nemen en niet voor zichzelf kunnen opkomen.

Maar kinderen alles zelf laten kiezen en beslissen, is ook niet wat kinderen nodig hebben. We willen niet dat onze kinderen mensen zijn/worden die denken dat de wereld rond hen draait en die geen rekening (kunnen) houden met anderen.

Grenzen en hun plaats in de ontwikkeling van een kind

IMG_1561

Natuurlijk ouderschap (attachment parenting) betekent ooghebben voor behoeften van het kind, en daar rekening mee houden. Natuurlijk ouderschap betekent dus niet dat je dan ook altijd meegaat in wat je kind wìl, zoals zo vaak foutief wordt gedacht. Iets ‘willen’ is niet altijd de behoefte, al zit er achter dat ‘willen’ vaak wèl weer één: een kind kan een koek willen. Maar ‘koek’ is geen behoefte, de behoefte die er achter zit, is bijvoorbeeld ‘honger’. Tegemoet komen aan de behoefte betekent, dat je je kind iets te eten geeft. Dat kan alsnog een koek zijn, maar hier kan jij ook een grens trekken en liever een gezonder alternatief aanbieden.

Daarnaast wil natuurlijk ouderschap veel aandacht hebben voor de ontwikkeling van een kind en tegemoet komen aan zijn ontwikkelingsnoden (bij een baby bijvoorbeeld veel lichamelijke nabijheid, bij een peuter bijvoorbeeld autonomie), en nog niets verwachten wat een kind in die bepaalde ontwikkelingsfase gewoonweg nog niet kan (een peuter kan zich nog niet inleven in iemand anders, en dus nog niet met betekenis ‘sorry’ zeggen, of op restaurant een half uur stil op een stoel zitten).

Tegen de leeftijd van 2 jaar, beseffen kinderen dat ze een eigen persoon zijn, dat ze niet samenvallen met mama. Ze gaan op ontdekking naar hoe dat zit met ‘ik’ en ‘de andere’, en dan komen ze als vanzelf grenzen tegen. Je moet tenslotte letterlijk weten tot waar je vel komt, anders weet je niet waar jijzelf ophoudt en waar de wereld begint. Je moet ontdekken wat jij wèl bent/wil/vindt/… en de ander niet (“Nee! Ik wil niet die groene broek!”) en je verkent je eigen reactie op een gegeven grens (“Nee, IK wil helemaal géén broek!”)… die grenzen helpen het kind zichzelf te definiëren. Je kan pas beginnen invullen (wie ben ik), als er een kader is (tot waar is het ‘ik’).

Kinderen hebben dus grenzen nodig, om zichzelf vorm te kunnen geven. Ook zorgen grenzen voor een gevoel van veiligheid (bijvoorbeeld de voorspelbaarheid van een gezinsritueel) en geven ze zo houvast. En ze maken dat een kind zich geliefd weet – ook al wil je géén handje bij het oversteken, je voelt wel dat het een sterk signaal is van je mama dat ze echt om je geeft, dat ze niet wil dat er iets gebeurt met jou, dat het/je haar ‘iets kan schelen’.

DSCN3936
Ruimte

Maar kinderen hebben ook ruimte nodig, om aan hun behoeften tegemoet te kunnen komen, om te ontdekken en te experimenteren, om hun autonomie te mogen verkennen en dingen zèlf te mogen kiezen en doen – om “NEE!” te mogen schreeuwen. Zeker peuters hebben een grote behoefte aan autonomie. Soms moet een grens (bijvoorbeeld o.w.v. de veiligheid), maar op andere momenten, als het wèl kan, tegemoet komen aan die behoefte om zèlf te doen en zèlf te kiezen, is alleen maar groeiend voor hen. Conversaties als deze: “Je moet een broek aan doen.” “Ik wil geen broehoek!” “Goh, het is koud buiten, je moet toch echt een broek aan doen. Kies je deze of deze?” bieden binnen de grenzen, toch ruimte voor autonomie.

Emoties

Het geven van grenzen, maakt vaak grote emoties los bij peuters, of: geeft de kans om grote emoties te beleven, te uiten en dus ook te verwerken. Het is dus belangrijk dat kinderen ruimte krijgen om hun emoties te mogen uiten. De tijd in de ontwikkeling is gekomen om voor het eerst te gaan oefenen in het leren omgaan met emoties. In de babytijd werden emoties heel vaak gereguleerd met bijvoorbeeld lichaamscontact of borstvoeding. Vanaf de peutertijd worden de eerste stapjes gezet richting zelfregulatie. Het zelfstandig kunnen omgaan met emoties is iets wat kinderen rond hun 10de levensjaar pas beginnen te kunnen. Tot die tijd hebben zij hierin de actieve hulp en begeleiding van een volwassene nodig.

IMG_4732

Emoties, ook hevige en moeilijke emoties (verdriet, boosheid),zijn nodig, nuttig en ze horen erbij. Het doel is niet om ze zo snel mogelijk aan de kant te hebben, wel om ze ruimte te geven, te doorvoelen en een plaats te geven, waardoor we kunnen groeien als mens.

Dat klinkt heel mooi natuurlijk, als je dat hier zo leest. Ik ben uiteraard zelf ook moeder, en weet even goed als jullie dat de hoogoplopende emoties in deze peuter-fase vaak een hele uitdaging zijn, zeker in de vermoeiende dagdagelijkse realiteit van een jong gezin, waardoor je het vaak gewoon niet meer ziet, en het met momenten zelfs even niet meer ziet zitten. Het ìs ook gewoon erg intens… te meer omdat wij in het algemeen zelf ook helemaal niet geleerd hebben hoe we met moeilijke emoties moeten omgaan; denk maar aan hoe we in onze maatschappij met het verdriet van een sterfgeval omgaan… en “na een week kan je wel terug komen werken he”.

Maar veel moet je eigenlijk niet doen, wanneer je kind boos of verdrietig wordt door een gestelde grens. Je hoeft die emotie niet op te lossen – al ga je wel steeds kijken of je misschien méér rekening kan houden met de behoefte die er achter zit.

In het algemeen mag je onthouden dat een emotie die erkend wordt en ruimte krijgt (“Ja, dat vind jij stom he, dat je je autogordel aan moet doen, liever zat jij zo zonder gordel in je stoel.”) vanzelf uitdooft – dat is zo bij ieder menselijk wezen, kind of volwassene. (Smelt een emotie na erkenning niet vanzelf weg, dan zit er vaak een andere emotie of behoefte achter!) Uitspraken als “Stop met huilen.”, “Dat moét gewoon!” of “Da’s toch niet erg!” doen dus het tegenovergestelde. Het gedrag kan misschien wel veranderen (stoppen met huilen), maar de emotie blijft als een bal vastzitten en wordt dus niet verwerkt. Je geeft je ook kind het signaal dat het niet mag voelen wat het voelt, dat het onjuist is wat het voelt. Je kind zal de neiging krijgen om de dingen op te kroppen. Het vertrouwen in zichzelf en het ‘er mogen zijn’ worden in vraag gesteld. Op een gegeven moment zelfs niet meer in vraag gesteld, maar gereduceerd tot ‘waardeloos’. Ook zeg je zo impliciet dat je het niet belangrijk vindt wat ze voelen, en dat ze er niet mee bij jou terecht kunnen. Jammer, want dat is toch ècht niet wat we willen voor onze kinderen!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Wat je wel kan doen, is wat je ziet gebeuren bij je kindje verwoorden (“Ik zie dat je hard begint te wenen. Het lijkt of je bent heel verdrietig.”). In het begin hebben ze jou, zoals gezegd, echt nodig om hun emoties te leren hanteren. Horen hoe emoties benoemd worden, woorden krijgen voor wat je voelt, is hier de basis van. De volgende stap in het zelfstandig leren verwerken van emoties is namelijk dat kinderen zelf hun emoties gaan kunnen verwoorden. Maar die woorden moeten ze van ons krijgen, over hùn emoties, over onze eigen emoties. Het verwoorden van een emotie geeft haar bestaansrecht, zorgt voor erkenning van hoe je kindje zich voelt. Het geeft rust en daardoor kan de emotie geplaatst en verwerkt worden. Aandachtspuntje is om steeds te vertrekken van wat je ziet gebeuren, en geen emoties voor je kind in te vullen: een huilend kind kan ook boos zijn en niet alleen verdrietig. (“Ik zie veel tranen komen. Stom he, dat je nu geen ijsje krijgt omdat we dadelijk gaan eten. Ik kan me voorstellen dat je wel boos bent op mij nu, is dat zo?”)

Emoties – àlle emoties – mogen bestaan en erkend worden. Gedrag daarentegen mag je gerust begrenzen (“Ik wil niet dat je mij slaat! Dat doet pijn en dat vind ik niet leuk!”), maar probeer oog te hebben voor de emotie (of behoefte) die er achter zit (“Maar ik kan zien dat je precies héél boos bent!”). Het kan ook helpen om te benadrukken wat dan wèl kan (“Je mag mij wèl knuffelen, of op dit kussen slaan.”), of om je kind uit een situatie weg te halen (“Ik zie dat het jou niet lukt om van dit glazen beeld af te blijven, en ik ben bang dat het stuk gaat, dus laten we ginder gaan spelen.”). Wanneer jouw begrenzing bij je kindje veel weerstand en boosheid of verdriet oproept, kan het helpen om te proberen om in verbinding te blijven, ofwel enkel verbaal (bijvoorbeeld bij veel gestamp), ofwel door net in stilte je kindje op schoot te nemen (als het dat toelaat). Gaat dat in tegen wat je kindje wil, bijvoorbeeld als ze héél boos is, probeer dan om hem ruimte te geven, maar wel beschikbaar te blijven. (“Ik denk dat je misschien beter even alleen kan zijn om wat rustig te kunnen worden, ik ga even naar de keuken, je mag me altijd roepen of naar mij komen als je me nodig hebt.”)

Jij geeft grenzen aan

IMG_5329

Rond de peutertijd is het ook heel natuurlijk in de ontwikkelingvan een baby en zijn moeder, dat je als mama gaat voelen dat je eigen behoeften stilaan weer meer gewicht in de schaal gaan leggen. Je schuldgevoelens zijn dus niet nodig, het is echt de natuur die regelt dat het zo gaat. Je mag je eigen grenzen aangeven, ook als je kindje daardoor op een gegeven moment eens even zal moeten wachten en een lichte frustratie voelt opkomen. Die kleine frustraties hebben hun nut in de ontwikkeling, het stimuleert je kindje bijvoorbeeld om zelf tot nieuwe oplossingen te komen. Maar te veel frustraties zijn schadelijk voor het zelfvertrouwen. Je hoeft je peuter dus niet actief van frustraties te voorzien, volg je gevoel en zoek naar een evenwicht tussen jouw grenzen en wat je peuter aankan – die kan echt nog geen kwartier wachten als ze nu iets wil vertellen of wil drinken, ookal wil jij nu echt dit artikel lezen, terwijl ze dat binnen een paar jaar wèl zal kunnen.

Door je eigen behoeften stilaan weer de ruimte te geven die ze vragen, botst je kind dus ook weer tegen die grenzen aan (“Nee, ik ga nu even niet mee spelen, ik wil even blijven zitten, ik ben zo moe.”). Naast de dingen die ik al aangaf, – kinderen hebben grenzen nodig om zichzelf te leren kennen, grenzen geven veiligheid, en liefdevolle grenzen worden (onbewust) ervaren als ‘graag gezien worden’ – leef je hierdoor ook iets heel krachtigs voor: je mag je eigen grenzen serieus nemen, je mag staan waar je voor staat. Als we willen dat onze kinderen zelf hun grenzen leren respecteren (denk aan een puber die ‘neen’ kan zeggen tegen een aangeboden sigaret), is het belangrijk dat wij tonen dat we dat bij onszelf ook doen. Hiermee geef je bovendien de aanzet voor het ontwikkelen van het inlevingsvermogen (pas rond de leeftijd van 6 jaar!): jij geeft je grens aan, uit je beleving, geeft een inkijkje in jouw behoeften (“Aha, zò is dat voor mama als ik haar een mep geef!”). En wanneer jij je dan weer inleeft in hun emoties die die grens bij hen oproept (en de emoties erkent en verwoordt!), is deze kleine eerste inleef-oefening compleet!

IMG_0310
Bedenk, als je je afvraagt of je nu je macht niet aan het misbruiken bent wanneer je met een spartelend kind onder je arm op het zebrapad oversteekt, dat wij als volwassenen nu eenmaal meer levenservaring hebben. En we dus bepaalde dingen gewoon beter kunnen inschatten – vooral wanneer het over gezondheid en veiligheid gaat (op andere vlakken kan je misschien op momenten beslissen dat het geen kwaad kan dat ze ‘een natuurlijk gevolg’ ervaren, bijvoorbeeld in de zomer dat je nat wordt als je bij regen zonder jas naar buiten gaat, wat je in de winter niet zal toelaten als ze al verkouden zijn). Ik wil hier ook even ‘consequentie’ aanstippen (“Je moet consequent zijn met kinderen!”). Het is helemaal niet erg als een kind vandaag wel en morgen geen jas moet aandoen / filmpje mag kijken / in bad moet. Of nu wel (drukke steenweg) en dan geen (verlaten weg) handje moeten geven op straat. Kinderen ontwikkelen echt de mogelijkheid om situatiegebonden te denken. Zo is het ook geen ‘toegeven’ wanneer je je peuter (“Ik wiiiiil gééééén broek aandoooooeeeeen!!!”) voor 1 keer eens zonder broek naar buiten laat gaan, zelfs in de kou. Dat is misschien net een waardevolle ervaring voor ze, waar ze veel uit leren.

Verbinding

BijEnBloesemdagVinneZoutleeuw130

Bij het natuurlijk ouderschap, in het Engels attachment parenting ofdus ook wel ‘hechtend ouderschap’, ligt in de babytijd de nadruk op die hechting en op het vaak grenzeloos tegemoetkomen aan de behoeften van de baby – je baby komt op de eerste plaats, en jij bent enorm flexibel. Maar het natuurlijk ouderschap moedigt je ook aan om je eigen behoeften serieus te nemen, en oa van daaruit, als je baby in zijn ontwikkeling zo ver is, liefdevolle grenzen te stellen. De aandacht voor de hechting met je kindje blijft ook na de babytijd. Die verbinding hou je hecht, bijvoorbeeld door je in te leven in je peuter en zijn behoeften, die, anders dan bij een baby, nu meer ruimte maar ook meer grenzen vragen, en door hem te helpen bij en erkennen in zijn emoties. En andersom geldt het ook: een goede verbondenheid kan de groei rond grenzen en emoties net iets makkelijker maken, of toch minstens diepgaander en duurzamer .

En dus zullen dit ook jouw uitspraken blijven:

Nee, je mag niet met die stok op de kat meppen!” “Kom daar af, dat is veel te hoog!” “Jawel, je moet ècht bij mij blijven nu want ik moet de boodschappen nog betalen.

Gevolgd door een oorverdovend peuter- (of kleuter-) protest met veel gehuil, een dramatisch neerzijgen op de grond, of een brullend kind in je winkelkar terwijl aan de kassa staat. En je verzucht: “Wat was het (natuurlijk) ouderschap toch een stuk eenvoudiger toen de draagdoek, de borstvoeding en een knuffel van mama nog alles konden oplossen…”

Ik hoop je in dit artikel wat achtergrond en handvaten te hebben kunnen geven, om in deze pittige peuter- en kleutertijd toch ook heel vaak momenten van verbinding met je kindje te hebben. Dat je dingen hebt mogen lezen die helpen om minder strijd en machteloosheid te ervaren, en meer ruimte te krijgen om te genieten van deze wonderlijke ontwikkelingsfase!

Bedenk ook: dit is de perfecte theorie. Laat je hierdoor inspireren, het kan je op moeilijke momenten handvaten geven. Maar wees je ook heel bewust van het feit dat dit de ‘ideale’ en ‘de theorie’ is, en dat die 2 woorden niet te rijmen zijn met echte mensen met emoties en kwetsbaarheden… Laat je kinderen die echtheid maar zien: dat jij het soms ook allemaal niet meer weet, dat je soms zèlf eens op de grond ligt te huilen en héél hard moet stampvoeten van frustratie… en ook dat die emoties altijd weer overgaan en je altijd weer opnieuw mag beginnen. Want net dàt is opvoeden tot mooie, èchte mensen. En dat doe jij zowiezo helemaal perfect, voor jouw kinderen!

Annelies Meuris

4 T UMAX Power Look 2000 V2.1 [6]
     
IMG_1161

Gerelateerde berichten

Ontvang je graag onze nieuwsbrief boordevol artikels nuttige links en info? Schrijf je dan hier in. Onze nieuwsbrief wordt maximaal 2 keer per maand uitgestuurd.